Samenvatting

Hoe staan we er financieel voor?

De begroting 2019 kende een sluitend meerjarenperspectief. De jaarschijf 2019 liet een tekort zien van € 0,3 miljoen, de jaren daarna was sprake van een overschot. In de 1e en 2e tussentijdse rapportage 2019 informeerden wij u over met name oplopende tekorten in het sociaal domein en op personeelsbudgetten. Het begrotingstekort liep op naar € 4,8 miljoen. Na verwerking van de septembercirculaire 2019 bedraagt het verwachte begrotingstekort € 5,1 miljoen. De jaarrekening 2019 laat uiteindelijk een tekort zien van € 4,7 miljoen.

Bedragen
(x € 1.000 .000 )

Rekening

Begroting ná wijziging

Begroting primitief

Gerealiseerd totaal van baten en lasten

5,0

N

7,6

N

2,2

N

Inzet reserves

0,3

V

2,5

V

1,9

V

Gerealiseerd resultaat 2019

4,7

N

5,1

N

0,3

N

De uitwerking per programma vindt u in het overzicht van baten en lasten.

Als onderdeel van de vaststelling van de jaarrekening door de gemeenteraad stelt het college voor:

  • het gerealiseerde resultaat 2019, zijnde een tekort van  € 4.730.300, te onttrekken aan de algemene reserve;
  • in te stemmen met de voorstellen tot bestemming van het rekeningresultaat, zoals opgenomen in de bijlage bij het raadsvoorstel met betrekking tot de vaststelling van de jaarrekening en € 646.400 toe te voegen en € 200.000 te onttrekken aan bestaande bestemmingsreserves:
  • per saldo € 446.400 te onttrekken aan de algemene reserve met betrekking tot de voorstellen tot bestemming van het rekeningresultaat.

In totaal wordt dus € 5.176.700 onttrokken aan de algemene reserve (€ 4.730.300 + € 446.400).

Zoals hiervoor al aangegeven hadden de oplopende tekorten in de 1e en 2e tussentijdse rapportage 2019 met name betrekking op het sociaal domein (jeugdzorg € 2,1 miljoen, WMO € 0,6 miljoen)  en de personeelsbudgetten (€ 1,2 miljoen).

De belangrijkste verschillen tussen begroot en werkelijk gerealiseerd resultaat, die zich na de 2e tussentijdse rapportage 2019 nog hebben voorgedaan, hebben we voor u op een rijtje gezet. Voor meer gedetailleerde toelichting verwijzen wij u naar de "Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening 2019".

Toelichting meest omvangrijke financiële nadelen

Programma 1 - Deelname aan de samenleving
1.2.4 Voorzieningen WMO

  • Hulpmiddelen WMO: € 269.000 nadeel door toename van het gebruik van vraagafhankelijk vervoer en scootmobielen.

1.4.1 Voorzieningen Jeugd

  • Jeugdhulp: € 287.000 nadeel als gevolg van verder gestegen kosten van de regionaal gecontracteerde zorg en toename van het aantal PGB's.

Programma 7 - Beheer en onderhoud
7.1.1 Onderhoud infrastructuur

  • Wegen: € 364.000 nadeel in verband met herstel van door langdurige lage grondwaterstanden veroorzaakte verzakkingen e.d. alsmede een asbestsanering van een wegfundering.

Programma 8 - Inwoner en bestuur
8.4.2 Publieke verantwoording

  • College van B&W - Wethouderspensioenen: € 864.000 nadeel. Als gevolg van de lage rekenrente die moet worden gehanteerd bij de berekening van het pensioen moet dit bedrag extra worden toegevoegd aan de voorziening wethouderspensioenen.

Programma 9 - Financiën
9.1.1 Sluitende meerjarenbegroting

  • Hogere lasten salarissen, inhuur derden en voormalig personeel - € 302.000 nadeel
    In de 2e tussentijdse rapportage 2019 hebben wij aangegeven dat sprake is van hogere personeelskosten van € 1 miljoen als gevolg van ziektevervanging, piekbelasting, kwalitatieve impulsen c.q. specifieke expertise en interim-management ter vervanging van vertrokken managers. Daarnaast is € 200.000 beschikbaar gesteld vanwege de uitwerking van de nieuwe CAO.
    We hebben in de 2e tussentijdse rapportage 2019 ook aangegeven dat de kosten van de functiewaardering pas in het vierde kwartaal 2019 bekend zouden worden. De kosten van de functiewaardering bedragen € 260.000, waarvan € 190.000 structureel is.
    Verder is € 42.000 (incidenteel) meer uitgegeven voor opleidingskosten. De hogere opleidingskosten worden voornamelijk veroorzaakt door de extra kosten van doorontwikkeling van de teams binnen het sociaal domein.

Toelichting meest omvangrijke financiële voordelen

Programma 5 - Wonen
5.2.3 Meewerken aan particuliere initiatieven

  • Leges bouwvergunningen: € 476.000 voordeel in verband met inkomsten uit grote bouwvergunningen en bouwvergunningen op bedrijventerreinen.

Programma 7 - Beheer en onderhoud
7.2.1 Waterkwaliteit en berging

  • Riolering: € 197.000 voordeel als gevolg een lagere afdracht aan de voorziening door hogere extracomptabel toe te rekenen kosten (btw, overhead, deel vegen wegen en perceptiekosten).

7.2.3 Huishoudelijk afval

  • Huishoudelijk afval: € 67.000 voordeel als gevolg van een betere scheiding van het restafval door onze inwoners.

Programma 9 - Financiën
9.1.1 Sluitende meerjarenbegroting

  • Gemeentefonds - Algemene uitkering: € 252.000 voordeel. In de decembercirculaire is onder andere € 252.000 extra beschikbaar gesteld voor de uitvoering van het klimaatakkoord. Bij de resultaatbestemming stellen we voor dit bedrag aan het Energie Transitiefonds toe te voegen.
  • Overige bedrijfsvoeringsbudgetten - € 269.000 voordeel. Dit komt onder andere door lagere kapitaallasten op de gemeentelijke huisvesting (voordeel € 207.000) vanwege vervroegde afschrijving van een deel van de opstallen i.v.m. de brand. Omdat de geplande aanschaf van een vrachtwagen bij Technisch Wijkbeheer een jaar is verschoven ontstaat ook daar een voordeel op de kapitaallasten (voordeel € 88.000).
Deze pagina is gebouwd op 06/15/2020 09:43:20 met de export van 06/15/2020 09:41:02