Paragrafen

Paragraaf 4 Financiering

In het volgende overzicht worden de kredietrisico's op de verstrekte gelden weergegeven. Kredietrisico is het risico van een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichting door de tegenpartij als gevolg van insolventie (=onvermogen om zijn schulden te kunnen betalen). De risico's zijn aangegeven per risicogroep. Risicogroepen zijn de typen instellingen aan wie de gelden zijn verstrekt. De risicogroepen zijn gerangschikt naar oplopend risico. Bij woningcorporaties is het risico het laagst en bij de verenigingen/stichtingen het hoogst.

KREDIETRISICO OP VERSTREKTE GELDEN PER 31-12-2019

Risicogroep

Restantschuld

%

x € 1.000

Woningcorporaties

1.643

31,0%

Hypothecaire geldleningen ambtenaren

1.173

22,2%

Startersleningen

2.414

45,6%

Verenigingen/stichtingen

62

1,2%

Totaal

5.292

100%

 
Uit voorgaand overzicht blijkt dat de kredietrisico's voor ons minimaal zijn. Bij de leningen aan de woningcorporaties geldt het WSW (=Waarborgfonds Sociale Woningbouw) als achtervang. Het WSW treedt in de plaats van de woningcorporaties als deze niet meer kunnen betalen, daarom is dit een zeer laag risico voor de kredietverstrekkers. Bij de hypothecaire geldleningen heeft elke afzonderlijke lening voldoende onderpand. In 2019 is, net als in 2018,  een aantal hypothecaire geldleningen vervroegd afgelost. Hierdoor is het kredietrisico lager geworden. De startersleningen zijn ook verstrekt met hypothecaire zekerheid. Alleen bij de leningen verstrekt aan verenigingen/stichtingen bestaat een klein risico. Dit aandeel is beperkt van omvang, namelijk 1,2% van de totale uitzettingen. In 2018 was nog sprake van een totale restantschuld van € 6,043 miljoen. Deze schuld is dus met ruim € 750.000 afgenomen. Deze afname komt voor het grootste deel door de vervroegde aflossing van een aantal hypothecaire geldleningen.

Deze pagina is gebouwd op 06/15/2020 09:43:20 met de export van 06/15/2020 09:41:02