5.1 Wijzigingen t.o.v. programmabegroting 2020
Ten opzichte van de programmabegroting 2020 zijn er een aantal veranderingen in de risico’s met een risicoscore van 15 of hoger zichtbaar. Zie hiervoor de beschrijving in de vorige paragraaf.
Een belangrijke positieve ontwikkeling is het vervallen en verkleinen van een aantal risico’s ten opzichte van de programmabegroting 2020. Het risico van de uitrol accommodatiebeleid is verkleind als gevolg van het raadsbesluit aangaande de verhuizing van SGS. Het risico dat betrekking heeft op de verkoop van gronden Muijland is verkleind. De kosten voor de asbestsanering worden meegenomen in de eerste tussentijdse rapportage 2020.
Het risico ten aanzien van de gevolgen brand gemeentekantoor is komen te vervallen. De huur van de units is niet langer een risico’s omdat de kosten die voortvloeien uit de verlengde huurperiode worden meegenomen in de eerste tussentijdse rapportage 2020.
Ten opzichte van de programmabegroting 2020 zijn ook nieuwe risico’s meegenomen in het weerstandsvermogen. De herverdeling van gelden in de algemene uitkering waren bij de programmabegroting nog niet gekwantificeerd. Op advies van de provincie wordt nu 0,5% van de totale algemene uitkering aangemerkt als risico.
Het risico voor afval is gestegen. De opbrengsten voor oud papier staan sterk onder druk. Zodanig dat de afvoer van papier op dit moment geld kost in plaats van dat het geld opbrengt zoals is meegenomen in de begroting van 2020. Hoe dit zich ontwikkelt in de loop van 2020, hangt sterk samen met de wereldhandel.
Het Rijk heeft dit jaar (2020) de belasting op afval dat wordt verbrand (restafval) sterk verhoogd van 13 euro naar ruim 32 euro per ton. Het ligt in de lijn der verwachting dat het Rijk bij achterblijvende prestaties van gemeenten op het gebied van het terugdringen van restafval, naar 30 kilo restafval per inwoner in 2025, deze belasting nog verder zal verhogen.
Risico's zonder een direct financieel gevolg, maar wel relevant zijn, zijn de risico's als gevolg van de PAS en stikstof problematiek. Deze problematiek kan gevolgen hebben voor de in het CUP opgenomen ambities. Projecten met activiteiten die leiden tot stikstof-uitstoot mogen niet meer worden gerealiseerd op basis van aannames met betrekking tot het rendement van toekomstige compensatiemaatregelen. Dit leidt tot vertraging in projecten voor woningbouw, infrastructuur. Het CUP bevat de ambitie van 1.000 nieuwe woningen in deze bestuursperiode. Voornamelijk de onzekerheid en vertraging als gevolg van de problematiek van stikstof-uitstoot, zorgen ervoor dat de uitvoering van bouwplannen moeilijker tot stand komt. Hoewel we weten dat bouwactiviteiten weer op gang komen en ook de problematiek in verband met stikstof-uitstoot oplosbaar is, zien we ook aankomen dat we kwantitatief de ontstane achterstand niet binnen twee jaar gaan inlopen.
Daarnaast bevat het CUP ambities waarvan de realisatie afhankelijk is van medewerking van externe partijen. Die medewerking is onzeker. De mogelijkheid bestaat dat de ambitie daardoor bijgesteld moet worden.
De totaal benodigde weerstandscapaciteit is gedaald met € 250.000 ten opzichte van de programmabegroting 2020.
5.2 Positieve risico’s
In 2020 wordt het bestemmingsplan definitief vastgesteld waarin het bedrijventerrein Agropark een brede bestemming krijgt. Hierdoor kan worden voorzien in de toenemende vraag naar bedrijventerreinen. De ombestemming biedt meer bedrijven een mogelijkheid tot vestiging. Dit heeft een positief effect op werkgelegenheid in de gemeente.
Twee jaar geleden waren nog financiële reserves nodig vanwege de verwachting dat bedrijventerrein uiteindelijk voor een deel niet konden worden verkocht. Die verwachting is inmiddels in positieve zin bijgesteld. De verkopen op de bedrijventerreinen verlopen positief. Om aan de toekomstige vraag te kunnen voldoen wordt er begin 2020 een onderzoek uitgevoerd naar mogelijke nieuwe locaties. Een nieuw bedrijventerrein zal op langere termijn een positief effect op de werkgelegenheid hebben.
De gemeente blijft breed inzetten op duurzaamheid. Een voorbeeld hiervan is de plaatsing van 5000 zonnepanelen op gemeentelijk vastgoed. De opbrengst hiervan moet deels het energiegebruik compenseren en wordt deels teruggeleverd aan het energienet. Dit is onderdeel van de energietransitie van de gemeente. Daarnaast heeft de vervanging van straatverlichting naar LED een positief effect gehad op het energieverbruik in 2019.